Het ontwaken

 

Nauwelijks ontsproten aan de bron van geluk

gaf je mij drie kussen,

om mij te doen ontwaken

voor dit moment van liefde.

 

In mijn hart probeerde ik me te herinneren

waarvan ik deze nacht gedroomd had,

voordat ik me bewust werd

van dit ochtendgloren

van het bestaan.

 

Ik herinnerde me mijn dromen,

maar de maan nam me mee.

Ik werd opgetild naar het firmament

en daar vastgeketend.

Van daaraf zag ik hoe mijn hart

op jouw pad gevallen was

en een lied ten gehore bracht.

 

Tussen degene die ik liefheb en mijn hart

gebeuren dingen

die mij stukje bij beetje

de herinnering terugschonken

aan al wat er gebeurd was.

 

Jij maakt me wakker met je aanraking,

hoewel ik je handen niet kan zien.

Zacht heb je mij gekust,

hoewel je lippen onzichtbaar bleven.

Je bent voor mij verborgen.

 

Toch ben jij degene die mij in leven houdt.

 

Wellicht zal er een moment komen

dat je genoeg hebt van het kussen.

Maar zelfs met hoon van jouw kant

zal ik gelukkig zijn.

Ik vraag je slechts

mij niet uit het oog te verliezen.

 

Rumi