Al was deze wereld...

Al was deze wereld zoals er in gedichten over gedroomd wordt, 

al werd alle onheil weggevaagd, 

elke pijn beeindigd, elke vreugde intenser gemaakt, 

elke schoonheid nog meer subliem gemaakt,

zelfs al werd alles wat dit leven te bieden heeft

 tot het summum van perfectie gebracht,

dan nog zou de ziel, bevrijd van alle lagere verlangens, 

er genoeg van hebben en zich er van afwenden.

 

De dualistische Aarde is dan een gevangenis geworden voor die ziel, 

en hoe mooi het ook mag zijn,  

de ziel verlangt naar de vrije en onbegrensde atmosfeer 

voorbij deze omringende muren.

En zelfs het zogenaamde hemelse zomerland 

kan die ziel even weinig bekoren als de materiele sfeer;

de ziel wordt ook dat moe.

Deze hemelse geneugtes hebben hun aantrekkingskracht helemaal verloren.

Ook mentale en emotionele genoegens geven niet de minste bevrediging meer.

Ook deze komen en gaan,

vergankelijk als ze zijn zoals de zintuigelijke waarneming dat ook is:

begrensd, voorbijgaand, onbevredigend.

 

De ziel is al deze vergankelijkheden moe

 en vanuit deze wereld-moeheid klinkt de luide schreeuw naar bevrijding.

Boeddha