Gebroken bewustzijn en de Waarheid

06-09-2013 00:00

Gebroken bewustzijn en de Waarheid

 

De dualistische  filosofie is al zo oud als het gebroken bewustzijn van de mens zelf. In talloze filosofieën en godsdiensten komen we deze leer tegen, die als uitgangspunt twee niet tot elkaar herleidbare of tegengestelde principes neemt ter verklaring van de werkelijkheid. Tegenover het dualisme staat het monisme, een filosofie die God en het bestaande als een eenheid ziet. Dualisme en monisme vormen op zichzelf al een dualisme.
Tussen dualisten en monisten zijn in de westerse cultuurgeschiedenis al heel wat discussies geweest over de waarheid van een der stelsels. De Waarheid zelf echter hoeft niet bediscussieerd te worden. De Waarheid ìs. Ze staat los van alle meningen en speculaties. Ze is de witte lotosbloem die niet door het slijk der Ganges bezoedeld wordt.

Bijna al diegenen die het dualisme openlijk verkondigden, bedoelden daar in diepste wezen niet twee uiterlijke bestaansorden mee. Het boeddhistische woord maya, het Perzische woord Ahriman, het Egyptische woord Set, het Hebreeuwse woord Satan of het Griekse woord dialectiek, het zijn allemaal woorden die in eerste instantie betrekking hebben op de toestand van het gebroken bewustzijn, het bewustzijn dat in afgescheidenheid leeft van het heelal.
Wie leeft in de wereld van maya, de bewustzijnstoestand der begoochelingen, kan nirvana niet bereiken. Wie zich overgeeft aan het rijk van Ahriman, de bewustzijnstoestand van het kwaad, kan Ahura Masda, het Licht niet ontvangen. Wie gevangen wordt genomen door het rijk van Set, de bewustzijnstoestand der duisternis, zal niet tot verlichting, Osiris komen. Zo ook: wie zich overgeeft aan de bekoringen van Satan, het afgescheiden aardegebonden bewustzijn, hij zal het ware koninkrijk ìn hem, het Christusbewustzijn, niet ontdekken. Wie zich voort laat bewegen in de golfstromen van de dialectiek, zal het goddelijke stiltepunt in hem of haar nooit vinden.

Het dualisme heeft als filosofie in wezen nooit het bestaan van twee gescheiden werelden willen verkondigen, al kent de goddelijke openbaring ontelbare werelden in eenheid. Achter de sluiers van het dualisme kan het bewustzijn ervaren dat het bewustzijn slechts een brug is tot de éne ervaring, tot de eenheid van het Atman/Brahman, tot het Tat tvam Asi, tot het Osiris dat zijt gij, tot het ik en de Vader zijn één.
Als de Christus opmerkt dat zijn koninkrijk niet van deze aarde is, dan spreekt hij over het bewustzijn dat zijn troon niet op aarde heeft staan. God zelf is één en God is alles in allen. Slechts het bewustzijn dat zich verheft tot de top van de berg, kan de bergrede van Boeddha of Christus verstaan. Alles is één.

De dualistische filosofie zoals deze zo fundamenteel door bv de Manicheeen en de Katharen werd verkondigd, was in wezen bedoeld voor het afgescheiden bewustzijn dat de werkelijkheid gebroken ervaart. De talloze mythen over de val van de mens trachten hierover een verklaring te geven. Zo kennen we in de christelijke cultuur de val van het verheven lichtwezen Lucifer, die in zijn val talloze lichtgeesten meesleepte. Hij stichtte zijn koninkrijk der duisternis op aarde en werd van drager en openbaarder van Gods Licht de vijand, de Satan of tegenstander van het rijk van het Licht.

In de esoterie bestaat de overlevering dat ter bescherming van het rijk van het Licht het rijk van de duisternis door de goddelijke hierarchieen werd toegedekt door de ons bekende twaalf dierenriemtekens. Het zijn de poorten van waaruit de wachters van het rijk van het Licht steeds opnieuw impulsen in het rijk van Lucifer zenden en van waaruit onophoudelijk de afgezanten van het Licht op aarde afdalen om de gevallen schepselen de mogelijkheid te geven tot terugkeer naar het huis van de Vader.


In dit rijk van duisternis, zo leren ons dan de esoterische overleveringen, trad na een zeer lang ontwikkelingsproces dat volgde op de val van de oorspronkelijke godmens, de huidige mens naar voren. In deze mens is - als een graankorrel in de akker - het goddelijke zonnezaad aanwezig dat hem de immense mogelijkheid geeft dmv het proces van alchemische omzetting, wederom een kind van God te zijn.
In alle religies wordt onder verschillende benamingen verhaald dat het hart de plaats is van het goddelijke zaad, van waaruit de wedergeboorte kan plaatsvinden. Om deze wedergeboorte nu te kunnen realiseren werkt de Christus Hiërarchie, die te allen tijde en in iedere cultuur dmv grote leraren, ingewijde koningen, priesters, profeten, mystici, broederschappen en mysteriescholen het Licht van het andere Rijk, het Koninkrijk der hemelen, onder de mensen brengt. Het is een voortdurend pogen om het verduisterde bewustzijn, het koninkrijk van deze aarde, in Licht, het Koninkrijk der hemelen, te ontsteken.

 

Allen wezen zonder uitzondering op het pad van wedergeboorte, door de Christus de geboorte uit water en geest genoemd, een mystieke aanduiding voor het proces van alchemische omzetting. Het is de koninklijke en priesterlijke kunst waarbij het Koninkrijk der hemelen in de mens wordt gescheiden, wordt losgemaakt van het Koninkrijk der wereld. Het is een kruisiging van het aardegebonden bewustzijn waardoor het absolute bewustzijn van het God-alles-in-allen in ons kan ontwaken.
Het is door de Licht en Liefdekracht zelf, de Christus, dat de harmonie van het goddelijke bewustzijn weer op aarde kan klinken als een Levend Woord.

In tallozen heeft dit Levend Woord gestalte aangenomen totdat het zich in een beslissend moment van de menselijke geschiedenis openbaarde in de leraar Jezus, die voertuig werd om het Licht tot in de onderste hellesferen der aarde te doen indalen. Door de innerlijke mystieke kruisweg van Jezus die de Christus werd, door zijn onmetelijke Lichtoffer, kon een mantel zonder naad rondom de aarde worden gespreid, een vissersnet van Licht, waardoor een keerpunt in de menselijke geschiedenis ontstond, een lichtpiramide in het nulpunt van de tijd.
In de mysterieweg van Jezus de Christus wordt ons getoond hoe ieder mens zonder tussenkomst van een priester door het ontvangen van de verticale instraling van het Licht, de horizontale invloeden van het 'koninkrijk der wereld'  kan verbreken.

Het luciferische bewustzijn in ieder van ons kan sinds Golgotha worden uitgedoofd door de koninklijke en priesterlijke kunst van het kruis toe te passen, door van een gevallen Lucifer een 'crucifer', van een gevallen lichtbrenger een drager van het kruis te worden. Het zo machtige symbool van het kruis houdt ons een totale omkering van het bewustzijn voor, een totale verandering in gedachten, emoties, driften, daden. Wie in de tempel van zijn lichaam, dat de vorm heeft van een kruis, het Licht in zijn hart door een volkomen reiniging des harten kan ontvangen, zal waarlijk worden vrijgemaakt van 'het koninkrijk der wereld'.
In het hart van het kruis zal een roos gaan bloeien, een nieuwe wielwenteling zal in het totale organisme gaan plaatsvinden, een rosa, een rota (wenteling) is aan het kruishout ontsprongen. Scheidt het aardegebonden bewustzijn ons van het God-alles-in-allen-bewustzijn, het kruis scheidt ons van het aardegebonden bewustzijn en doet ons afscheid nemen van al hetgeen ons aan de wereld bindt.

Pas wanneer onze zinnen worden 'vastgespijkerd' aan het kruis, pas als hun werkzaamheid leegbloedt en wij de bloedende wonden van deze zinnen kunnen laten zien, zijn we gestorven naar de aardse natuur en wedergeboren naar de goddelijke natuur. Slechts door volkomen reiniging, een katharsis, vindt deze wedergeboorte plaats. Zo kan de bruidsziel worden gescheiden van het lichaam der zinnen, het kruishout, om verenigd te worden met de kracht van de Heilige Geest.
Het is het 'solve et coagula', het 'maak los en verbind' der alchemisten, het proces van de mortificatio en resurrectio, het sterven en verrijzen. Zo komt men door het kruis tot het licht. 'Per crucem ad lucem'. Of zoals de leraar Jezus het uitdrukte: Wie mijn volgeling wil zijn, moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en zijn kruis op te nemen. Want wie zijn leven wil redden, zal het verliezen. Maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil zal het vinden. (Mattheus)

Het kruis dwingt ons onherroepelijk tot een keuze: God of de Mammon, het bewustzijn van het heel-al of het afgescheiden bewustzijn van de tijd-ruimtelijke wereld. Een compromis is uitgesloten. Men kan geen twee heren dienen. Het geheim van het christendom is niet zijn leer, maar zijn praxis. Als synthese van alle voorgaande mysteriewijsheid houdt de christelijke leer ons de weg der koninklijke en priesterlijke kunst voor, een weg die in de aanvang niet de vrede, maar het scheidende zwaard brengt. Dat zwaard is de kosmische Christuskracht zelf die al het oude van en in ons scheidt, waardoor een ledige ruimte in ons hart ontstaat die door het Christuslicht kan worden opgevuld.

De christelijke leer tracht ons door de daad tot de ervaring van de universele Christus te voeren, de ervaring van het God-alles-in-allen. Een absolute voorwaarde hiertoe is de reiniging van het hart, want het hart vertegenwoordigt in het menselijke lichaam het cruciale orgaan. Het is de 'kribbe' waarin het nieuwe bewustzijn wordt geboren, waarin het begin wordt gemaakt van de omwenteling van alle chacra's, waar een roos gaat bloeien.
Deze omwenteling is een omkering, een bekering, waardoor het goddelijke prana door ons heen kan stromen. 'Zalig de reinen van hart, want zij zullen God zien'. Daadwerkelijke reiniging van het hart, katharsis, maakt ons tot een kathaar, een reine, die in en door God vervolmaakt wordt.

 

©Marcel Messing 

Terug