De Ware Zoeker en het offer

04-04-2015 00:00

De Ware Zoeker naar Waarheid ziet hoe zelfenergie, en diens acties van gehecht raken, van implosie, van het willen opdoen van ervaringen, zelfinstandhouding, zelfbevestiging, planning, en zelfverbetering, niets anders zijn dan beperking en lijden, van het begin tot het eind. Bovendien, en dat is van vitaal belang, ziet hij dat hij God niet kan benaderen via de natuurlijke weg van zoeken [dat is, in maya, op het horizontale vlak]. Hij ziet in dat hij, om God meer Legitiem te benaderen, hij voortdurend alle gehechtheden en ervaringsprocessen moet Opofferen. Dit omvat tevens al zijn pogingen zich aan God te hechten en Hem te ervaren, en om een “Godgerealiseerde individu” te willen zijn.

Intuïtief begrijpt hij dat de pogingen zich aan God te hechten, Hem te ervaren, zich met Hem te voeden, en Hem te gebruiken voor persoonlijke vooruitgang, niets meer is dan een poging de tot dusver gebruikelijke natuurlijke zoekcyclus toe te passen op het ‘zoeken naar God’. Hij zal gaan begrijpen dat hiermee zijn beperkingen en lijden slechts toenemen. Hij zal begrijpen dat het een passievolle en in wezen moeiteloze taak is om al zijn zelfenergie, al zijn subtielere en grovere vormen van gehechtheden, al zijn zelfimplosies, al zijn opgelegde onthoudingen, al zijn ervaringen en zelfvoeding en zelfverbetering, in Vertrouwen te Offeren.

Zijn Offer heeft betrekking op de gehele natuur, inwendig en uitwendig, en zelfs op God inwendig en uitwendig. Maar zijn grootste gehechtheid, en tevens de wortel van alle andere gehechtheden, dat is de gehechtheid aan zichzelf. Hij begrijpt dat Het Pad niet gaat over het verkrijgen van God en het ervaren van God voor hemzelf, en dat het niet gaat of hijzelf een Spiritueel persoon wordt [of dat hij Verlichting bereikt], maar dat het erom gaat dat hij Oplost In God, en ophoudt te bestaan als een individu, terwijl het lichaam blijft voortleven.

Hij begrijpt dat hij, in plaats van zich vast te klampen aan zichzelf en aan God, en zich hiermee van God af te sluiten, hij zichzelf volledig open moet stellen voor God, en God Zijn Weg moet laten gaan in hem, wat eventueel leidt tot de Perfecte Dood van het kleine zelf en al zijn manieren. Geest en lichaam, en het volledige leven, moeten een Voertuig [een Woning] worden voor God, en niet een voertuig blijven voor hemzelf [als ego] en de rest van de [lagere] natuur. Hij zoekt niet de natuur, maar hij zoekt God. En hij zoekt God niet op de natuurlijke manier, maar zoekt Hem volgens de enige Onnatuurlijke [=Goddelijke] Weg.

“Hij zoekt God, maar zoekt er niet naar God te ervaren. In tegenstelling tot de meeste volgelingen is hij bereid de volledige prijs te betalen, nú, en niet een andere keer. Die prijs betekent een leeg kanaal worden, zonder gehechtheden, zonder onthoudingen, zonder zelfinstandhouding en zelfafhankelijkheid; en zo geschikt te worden voor God. Voor God en niets anders dan God.”

uit Sri Dava Prakasha’s leringen

Terug