De Heilige Berg wenkt....

01-02-2012 00:00

De Heilige Berg zendt een sacrale Toon uit...Een Toon van Eenheid of de vibratie van zielen die verenigd zijn in de Ene. Hij is als een Roep voor zij die kunnen horen. Hij was en is en zal zijn, steeds weer, steeds meer tot hij allen in hem opneemt. Altijd aanwezig doch veelal niet zichtbaar, wenkt Hij de zoekende en verdwaalde ziel.

De Berg is de schat in ons hart, daar waar we echt ‘ontmoeten’ en draagt tezelfdertijd de grot in zich. Want tijdloos is de afstandsloze Ruimte waarin alles Eén is en duisternis geen duisternis meer is maar alom Aanwezigheid en Licht.Het volle landschap wordt slechts gezien op de Berg , in verbinding  met de Hartslag van het universum. Hemel en Aarde zijn EEN in die mens die afgedaald is tot in de grot van zijn eigen hart en door de Moeder ook de Vader vindt . Beiden worden EEN in de Zoon die Mens wordt.

Het Licht in het hart brengt ons tot aan de Poort waarachter Liefde straalt …

Het zoeken naar Waarheid vanuit een onstilbaar hartsverlangen , is de sleutel van het slot die toegang geeft tot het hart , daarin straalt het Leven en stroomt de Bron van Wijsheid.Hierin hervinden we onze ware Kracht die leidt tot de herschepping van de ware Mens.

Liefde is het enige waar het om gaat, Liefde als bewustzijn...en de beroering van het hart is een verheven emotie, niet gecentraliseerd in de zinnen, in het kleine zelf, maar reikt ver daarboven uit. Liefde stroomt en transformeert alles in haar Stroom. Zij is de overwinnende Kracht, in haar worden we Vrij en is alles eenvoudig.

Het komt er op aan om onthecht te raken van ons ‘zelfbeeld’ dat we als een zware rugzak met ons meedragen, overvol van alles waarmee we ons decennia lang geïdentificeerd hebben.

 

Als een oude man bewandelen we het Pad dat leidt naar de top van de Heilige Berg, vele lasten torsend waaronder we gebukt gaan. Ofschoon we de speelse jongeling in ons dragen zien we hem niet daar onze blik gericht is naar onze eigen voeten. Dit weerhoudt ons ervan helder te zien en te horen. We maken het onszelf toch zo moeilijk ,de last onderdrukt de stap en de energie is zwaar...

Het oude heeft afgedaan op dit Pad dat leidt naar Vrijheid en dient achtergelaten te worden en precies dat oude wil zich kost wat kost blijven handhaven. Deze sparteling tot zelfbehoud is oorzaak van de pijn.

Het Pad zelf is de leraar;  de poolster die schittert in ons hart leidt ons daarheen waar we gedwongen worden tot de ‘ontmanteling’ van het zelf. Want er wordt zoveel voor onze voeten geworpen en zolang het nodig is totdat we het herkennen en los kunnen laten.

Het afstropen van een oude huid kan pijnlijk zijn maar toch zo heilzaam, precies daar waar de gehechtheid nog stevig is. Structuren en muren worden  'doorzien' en verdwijnen. Ware Liefde, die heelt en vrij maakt, neemt de plaats in...

Werkelijk Liefhebben is dus Loslaten en leidt naar de onthechte staat van Zijn. Hoe groter de ‘onthechting’ van het zelf, hoe kleiner de afstand wordt met de ander....

 

Tijdens de donkerste nacht waarin het Licht volledig afwezig lijkt wordt het Nieuwe ingeluid. Op dat eigenste moment verliest men alle grond, doch de zegeningen die dan ons hart bevloeien zijn een zoete balsem voor de ziel die in dit vuur gelouterd wordt. Het oude wordt achtergelaten terwijl een nieuwe dageraad glooit...

Bij zonsopgang van deze nieuwe dag staat de Jongeling op, dartel en speels vertoeft hij boven op de Berg waarmee hij EEN is. Onbelast en onbezorgd staat hij klaar om terug te keren naar het Dal, slechts de Ene dienende in alles en allen….

In die Geest Gods ontstoken en herboren zullen we elkaar opnieuw ontmoeten , vrij van elke structuur, van elke belemmering, vrij van onszelf en geven we gehoor aan Zijn Wil om het tot bestemming brengen van Zijn Plan. Niets verandert dan slechts de 'vormen' en zich bewegende in het 'landschap van de tijden' worden we bewust dat tijd en afstand onbestaande is.

Een hand op het hart was het teken van herkenning in vroegere Esseense tijden. De Liefde die straalde in hun hart en zichtbaar werd in hun blik en hun handelingen, net als bij de bonhommes en bonnefemmes in kathaarse tijden, was de enige Taal die nodig was om in dienst aan Hem de nood van velen te lenigen....

Hun voetsporen zijn de stille getuigen van een Werkelijkheid die uitnodigend ‘wacht’ op de volgende stap…

 

(M)cirkelpunt

 

https://youtu.be/iVq1l82fm0c

 
Terug